Blog

Hoe zorg je ervoor dat jongeren meedoen met burgerparticipatie? 

Hoe zorg je ervoor dat jongeren meedoen met burgerparticipatie? 

“Ik zat laatst bij een bijeenkomst. Daar zaten oudere mensen met de leeftijd van mijn oma, en die kunnen heel lang over één onderwerp doorgaan. Ik denk dan altijd: als je iets hebt gezegd, dan hoef je dat niet nog vijf keer te zeggen. Ik was bij die bijeenkomst toen helemaal afgehaakt en dat vond ik echt zonde van mijn tijd”. 

 

Jongeren zijn structureel ondervertegenwoordigd tijdens burgerparticipatie projecten. Dat is lastig, want hun mening willen we natuurlijk ook graag horen en meenemen bij het maken van besluiten. Zeker als het gaat over beleidsbeslissingen die grote invloed hebben op hun toekomst zoals klimaatbeleid. Iedereen die met burgerparticipatie werkt wil daarom graag dat ook jongeren meedoen aan hun bewonersavonden, focusgroepen, burgerberaden, Participatieve Waarde Evaluaties, enzovoorts. Maar willen jongeren dit ook? Ja. Dat is het simpele, maar ook duidelijke antwoord. Waarom is het dan zo lastig om ze daadwerkelijk mee te laten doen? Wat gaat er mis? En wat werkt dan wel voor jongeren? Dat is precies wat we hebben onderzocht.  

Tijdens een Participatieve Waarde Evaluatie (PWE) raadpleging over burgerparticipatie rondom Schiphol kwam er een bijzonder resultaat naar voren. Juist de jongeren gaven in vergelijking met ouderen relatief vaak aan dat ze geneigd zijn om te participeren via bijeenkomsten. Dit lijkt niet in lijn met de dagelijkse realiteit die wij kennen. Ook uit wetenschappelijke literatuur blijkt dat jongeren vaak ondervertegenwoordigd in burgerparticipatie trajecten. Daarom besloten we dit verder te onderzoeken en uit te diepen met focusgroepen met jongeren (tot 35 jaar). Onze centrale vraag was hierbij: hoe kan het gat tussen intentie en gedrag worden gedicht door het format van bijeenkomsten en hoe kunnen de onderwerpen die besproken worden meer aansluiten op de wensen van jongeren? 

De inzichten in het kort 

Uit de bijeenkomst haalden we een aantal inzichten:  

  • Jongeren willen duidelijke communicatie over de bijeenkomst 
  • De motivatie van jongeren om mee te doen verschilt en sommige jongeren hebben meerdere motivaties. Veel genoemde motivaties zijn in ieder geval: 
  • De behoefte om te leren 
  • De behoefte om mee te denken en praten over (het oplossen van) problemen
  • De organisatie van de bijeenkomst moet duidelijk, gestructureerd en actief zijn 
  • Jongeren willen waardering voelen voor hun bijdrage tijdens én na de bijeenkomst 
  • De bijeenkomsten moeten laagdrempelig zijn 

Jongeren willen duidelijke communicatie over de bijeenkomst 

Meerdere malen werd er door jongeren gezegd dat ze niet komen naar een bijeenkomst als er niet goed over het programma wordt gecommuniceerd. Hierover wordt bijvoorbeeld gezegd: “Ik denk dat het voor ons jongeren belangrijk is dat je erbovenop zit in de communicatie. Niet alleen een eerste uitnodiging, maar ook op de dag zelf nog even een herinnering.” Dit blijkt voornamelijk te komen door hun drukke en soms chaotische (sociale) levens.  

“Als ik een kleine reminder krijg dan is dat een opfrisser en denk ik ‘oh ja hier heb ik al wat staan’. Dan plan ik andere afspraken die opkomen daar omheen. Zonder herinnering zou ik misschien een dubbele afspraak inplannen en dan vind ik zo’n bijeenkomst uiteindelijk waarschijnlijk toch minder belangrijk.”   

 

Hoe vaak ze een herinnering willen ontvangen verschilt onder de jongeren. De optie om herinneringen aan of uit te zetten werd daarom geopperd als manier om aan de verschillende behoeften te voldoen. 

Naast de praktische zaken is het van belang het onderwerp van de bijeenkomst in de communicatie voldoende toe te lichten. Meerdere deelnemers geven aan dat jongeren zullen afhaken als er van tevoren niet genoeg informatie beschikbaar is over het onderwerp van de bijeenkomst. 

De behoefte om te leren en de behoefte om invloed te hebben op het oplossen van problemen

Tijdens de gesprekken kwamen twee duidelijke behoeftes naar voren onder de jongeren. Sommige jongeren worden door beide behoeften gedreven, anderen door één van de twee.

De behoefte om te leren  

Een belangrijke drijfveer van jongeren om mee te doen aan burgerparticipatie is om te leren. Jongeren met een leerbehoefte ontvangen vaak vooraf, maar ook gedurende de bijeenkomst graag informatie, al verschilt de manier waarop. Het krijgen van kennis over een onderwerp zien jongeren ook als middel om beter te kunnen deelnemen aan bijeenkomsten. Jongeren die aangeven dat ze het spannend vinden om hun mening te delen voor een grote groep als ze niet veel van een onderwerp af weten, willen graag aan de hand genomen worden. Of hebben behoefte om achteraf meer verdieping of informatie te krijgen. 

Deelnemer: “Het is makkelijk als je meer informatie hebt. Anders vind ik het moeilijk om mee te doen met een discussie. Als de mensen om mij heen veel meer weten kan ik niet goed meepraten over wat het onderwerp is en dan val ik stil.” Moderator: “Hoe zou je jou dan kunnen betrekken?”
Deelnemer: “Door na afloop [van de discussie] er verder over te praten om wat meer informatie te krijgen.”  

Voor jongeren die minder moeite hebben met spreken is dit minder van belang. Toch waarderen zij ook een goede begeleiding zodat ze zoveel mogelijk kunnen leren, bijvoorbeeld via experts die de discussie naar een hoger niveau brengen.  

“Ik ben persoonlijk heel leergierig, dus ik vind het interessant om te leren over wat experts te zeggen hebben over het onderwerp. Die kan als een soort van leraar mensen voorlichten. Ik heb het gevoel dat mensen heel veel dingen kwijt willen door wat ze hebben gelezen op social media, maar dat is niet de hele picture. Ik denk dat een expert wat er mist kan invullen”.  Deelnemer 2: “Dat vind ik ook. Vaak roepen mensen dingen maar dan weet je niet of je daar wat mee kan, wie er gelijk heeft. Het zou fijn zijn als er een expert bij is voor als je er samen niet uitkomt. Die de plus en minpunten benoemt zodat de discussie daarna weer verder kan.”  – Deelnemer 1

 

De behoefte om mee te denken en praten over (het oplossen van) problemen  

Een tweede drijfveer voor jongeren om mee te doen aan burgerparticipatie is dat ze problemen willen oplossen. Er valt een onderscheid te maken in het type problemen die ze willen aanpakken. Voor sommigen zijn dit problemen die in hun eigen leefomgeving spelen. Zij willen hun eigen belang vertegenwoordigen op een bijeenkomst. Wanneer dit zo is zijn ze ook minder geneigd een bijeenkomst toch af te zeggen. 

Er zijn ook jongeren die vooral zijn gemotiveerd om maatschappelijke problemen aan te pakken. Deze hoeven ze niet per se zelf te ervaren en hun eigen belang vertegenwoordigen speelt hier dus ook minder een rol. 

De organisatie van de bijeenkomst moet duidelijk, gestructureerd en actief zijn 

Het belang van een goede begeleiding tijdens de bijeenkomst is cruciaal voor de jongeren. Een passieve begeleiding van de avond en discussies is een van de meest genoemde redenen dat jongeren aangeven om niet (terug) te komen naar een bijeenkomst. Het structureren van de activiteiten en onderwerpen van de avond en het actief begeleiden van de discussie staat hierbij centraal. De jongeren geven aan vooral op zoek te zijn naar balans in spreektijd, snelheid en activiteiten.  

Jongeren met de behoefte om mee te denken en praten over problemen willen vooral dat iedereen zijn of haar mening kan delen. In deze context komt herhaaldelijk ter sprake dat een goede begeleiding van de discussie belangrijk is. Zo zegt een deelnemer: 

Het kan dan gebeuren dat er botsingen ontstaan. Mensen hebben hun eigen mening en dat moet kunnen. Ik heb weleens gezien dat mensen niet meer durven in te stappen doordat er geen begeleiding is. Ik kan ook best direct zijn en sommige mensen vinden het dan spannend om wat te zeggen. Daarom moet er wel iemand zijn die iedereen aan het woord laat.”

 

Een andere deelnemer zegt dat hij een “kippenhok gevoel” krijgt van groepsdiscussies.  

“Iedereen praat door elkaar en niemand luistert naar elkaar. Dan heb ik niet het gevoel dat het wat opschiet. Wat ik prettig vind als je in een groep zit is dat het 1-op-1 is. Je wilt wat zeggen, dan loopt iemand met een microfoon naar je toe en luistert de persoon van de organisatie luistert naar je. Daarna mag dan weer iemand anders aan het woord.”

 

Een ander belangrijk aandachtspunt voor de begeleiding van een bijeenkomst is dat de discussies voor jongeren vooral niet te langdradig moeten zijn. Dat kan ertoe leiden dat ze afhaken. Een eerdere ervaring van een deelnemer die een bewonersavond bezocht is veelzeggend. 

“Ik zat laatst bij een bijeenkomst. Daar zaten oudere mensen met de leeftijd van mijn oma, en die kunnen heel lang over één onderwerp doorgaan. Ik denk dan altijd: als je iets hebt gezegd, dan hoef je dat niet nog vijf keer te zeggen. Ik was bij die bijeenkomst toen helemaal afgehaakt en dat vond ik echt zonde van mijn tijd.”

 

In beide focusgroepen wordt dit probleem nadrukkelijk onderschreven.   

Wanneer wordt de discussie voor jongeren te langdradig? Wat opvalt in beide focusgroepen is dat de jongeren heel goed naar elkaar luisteren en elkaar met respect aanvullen of tegenspreken. Ze zijn geïnteresseerd in elkaars standpunten en hoewel ze natuurlijk hun eigen mening delen hoeven ze deze er niet de hele tijd doorheen te drukken. Als andere mensen dat wel doen dan ontstaat er frustratie. Zo zegt een deelnemer: “Veel mensen kunnen langdradig van een onderwerp praten. Of over iets wat niet van toepassing is. Ik heb geen zin om daarnaar te luisteren.” Een discussie structuren aan de hand van een interactieve online survey is daarom ook populair onder de jongeren. “Dan kan iedereen deelnemen aan de discussie, zonder dat iedereen aan het woord moet worden gelaten want dan wordt het langdradig.” Een andere deelnemer stelt voor om in kleine groepen met een vraagstuk aan de slag te gaan zodat het interactief en interessant blijft.

Jongeren willen waardering voelen voor hun bijdrage tijdens én na de bijeenkomst 

De jongeren die deelnemen aan de focusgroepen hebben verschillende drijfveren om naar een burgerparticipatie bijeenkomst te komen. Maar wat ze gemeen hebben is dat de bereidheid om mee te praten afhankelijk is van de waardering voor hun bijdrage. De jongeren benoemen herhaaldelijk dat ze het van belang vinden dat hun bijdrage wordt gewaardeerd en dat ze zich serieus genomen voelen.

Waardering tijdens een bijeenkomst  

Tijdens een bijeenkomst ervaren jongeren dat hun inbreng wordt gewaardeerd als ze aan het woord worden gelaten en als er verdiepende vragen over hun standpunten worden gesteld. Daarnaast werd in beide focusgroepen aangekaart dat ze niet wilden dat de gespreksleider of organisatoren voornamelijk aan het woord zijn, maar vooral zijzelf.  

Het is hierbij wel weer zoeken naar een goede balans, want zoals we eerder zagen kunnen jongeren afhaken als andere deelnemers te veel spreektijd krijgen. Gevraagd naar wat zij een goede balans vindt verwijst een deelnemer naar de manier waarop spreektijd werd verdeeld in de focusgroep. Als een deelnemer naar haar of zijn mening wordt gevraagd dan wordt er vervolgens meestal één of twee keer doorgevraagd om scherp te krijgen wat ze precies bedoelden. De jongeren in de focusgroep reageerden allemaal vrij kort en bondig dus was doorvragen nodig om een helder beeld van hun standpunt te krijgen. Tegelijkertijd was het daardoor niet nodig om ze vroegtijdig af te kappen. Wanneer andere deelnemers aan een bijeenkomst wel lang van stof zijn dan is het vanuit het jongeren perspectief belangrijk om hier scherp op toe te zien.   

Waardering na een bijeenkomst  

Een andere manier om waardering te uiten voor de bijdrage van jongeren is door achteraf een terugkoppeling te geven van wat er is besproken. Dat hoeft voor jongeren niet per se op een heel formele wijze te gebeuren. Het gaan hen juist om een persoonlijk gevoel van erkenning, blijkt uit onderstaande citaten. 

 

“Het zou fijn zijn dat als we na de bijeenkomst te weten zouden komen wat ermee gedaan wordt. Als je uiteindelijk een bevestiging van wat er besproken is krijgt. En dat het wordt meegenomen en dat je ziet dat jouw inbreng daar ook tussen staat. Zodat je kan zien dat het wordt meegenomen.”  

“Ik wil het gevoel hebben dat ze er iets mee zullen doen. Dat je zo’n bijeenkomst een brief krijgt met ‘goh dit hebben jullie laten horen, dit hebben we eruit gehaald, dit vonden mensen belangrijk, hier gaan we mee aan de slag’. Als je zo op de hoogte wordt gehouden van de progressie dan blijf je op de hoogte. Dan voel ik me geneigd de volgende keer weer aanwezig te zijn.”

De bijeenkomsten moeten laagdrempelig zijn 

Gedurende de focusgroepen komt herhaaldelijk naar voren dat jongeren het belangrijk vinden dat burgerparticipatie bijeenkomsten laagdrempelig zijn. Behalve de eerder besproken behoeftes aan duidelijk communicatie en het voorkomen van laagdradige discussies zijn er een aantal overwegingen waar rekening mee gehouden kan worden.  

Allereerst geven veel deelnemers aan om praktische redenen een voorkeur te hebben voor online burgerparticipatie. Zo zegt een deelnemer “online hoef je geen moeite voor te doen, je kan snel inschakelen en bent ook zo weer weg, en dan al thuis.” Sommige jongeren geven aan altijd de voorkeur te hebben voor een online bijeenkomst, ongeacht het onderwerp en het format van de bijeenkomst. Maar er zijn ook jongeren die een bijeenkomst op locatie wel zien zitten, mits het wat toevoegt. Hierbij is het belangrijk om in te spelen op de eerder benoemde behoeften van jongeren om naar een bijeenkomst te komen. Concrete activiteiten die worden genoemd zijn een gezellige borrel of netwerkactiviteit achteraf. Of als de bijeenkomst interactief is op een manier die offline minder goed werkt, zoals met andere omwonenden aan een vraagstuk werken. Een andere overweging om jongeren naar een fysieke bijeenkomst te krijgen is om reiskostenvergoeding te betalen. Voor sommige deelnemers is het een obstakel als ze dit zelf moeten betalen. Zij hebben dan niet het gevoel dat het gewaardeerd wordt dat zij voor de overheid naar een bijeenkomst toekomen.  

Een ander praktisch aandachtpunt is het bieden van voldoende flexibiliteit. Jongeren hebben te maken met flexibele werkuren en schoolroosters die vaak veranderen of onduidelijk zijn. Bovendien moeten studerende jongeren soms onverwachts langer doorwerken aan een opdracht of het voorbereiden van een tentamen. De deelnemers vinden het fijn als er meerdere data zijn waarop ze zich kunnen inschrijven zodat ze zelf kunnen kijken welke dag de voorkeur heeft en ze eventueel nog kunnen wisselen als er onverwachts iets in hun agenda veranderd.

Deel dit artikel

Meer nieuws

Blijf up-to-date